Afgelopen vrijdag (24 maart 2023) deed de Hoge Raad uitspraak over Deliveroo bezorgers. De Hoge Raad oordeelt dat de maaltijdbezorgers van Deliveroo werkzaam waren op basis van een arbeidsovereenkomst.
Sinds 21 juli 2018 werkten Deliveroo bezorgers op basis van een overeenkomst die werd omschreven als een opdrachtovereenkomst. Maar waren de maaltijdbezorgers wel aan de merken als zelfstandigen of waren ze ondanks de naam van de overeenkomst toch werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst en dus werknemers? FNV vond het laatste en spande een procedure aan tegen Deliveroo.
De kantonrechter en het Hof hebben eerder al geoordeeld dat de maaltijdbezorgers werkzaam waren op basis van een arbeidsovereenkomst. Geoordeeld werd dat aan de wettelijke vereisten voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst was voldaan, namelijk: het verrichten van arbeid, gedurende een zekere periode, tegen loon en onder gezag van de werkgever. De naam die door Deliveroo aan de overeenkomst werd gegeven, ‘de opdrachtovereenkomst’, is daarbij niet van belang aangezien de partijbedoeling niet relevant is voor de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst of van een opdrachtovereenkomst.
Deliveroo ging tegen het oordeel van het Hof in cassatie. Deliveroo is inmiddels niet meer actief in Nederland maar dat deze maakt deze uitspraak niet onbelangrijk. Deze uitspraak is belangrijk voor de algemene vraag of iemand als een werknemer of als een zelfstandige moet worden aangemerkt.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof bevestigd en oordeelt daarmee dat de maaltijdbezorgers werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Of een overeenkomst als een arbeidsovereenkomst kan worden aangemerkt, is volgens de Hoge Raad afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. Wat zijn dan die ‘omstandigheden’?
- De aard en duur van de werkzaamheden
- De wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald
- De inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht
- Het al dan niet bestaan van een verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren
- De wijze waarop de contractuele regeling tot stand is gekomen
- De hoogte en de wijze waarop de beloning wordt bepaald en de wijze van uitkeren daarvan
- En of degene die de werkzaamheden verricht commercieel risico loopt
Deliveroo bezorgers konden zelf beslissen om in te loggen op een app om bezorgdiensten aan te nemen. Daarnaast konden Deliveroo bezorgers zich laten vervangen door iemand anders. De Hoge Raad oordeelt dat de vrijheid van bezorgers om zich aan te melden en de vrijheid van bezorgers om zich te laten vervangen niet inhoud dat er geen sprake kan zijn van een arbeidsovereenkomst. Daarnaast kent de Hoge Raad belang toe aan de ‘organisatorische inbedding’ van de werkzaamheden in de organisatie. Wanneer de werkzaamheden tot de normale bedrijfsarbeid van de onderneming van de werkgever behoort, lijkt eerder sprake te zijn van een arbeidsovereenkomst. Dat was bij de Deliveroo bezorgers ook het geval.
Tussen Deliveroo en de maaltijdbezorgers is dus sprake van arbeid, loon en gezag en dus waren de maaltijdbezorgers werknemers.
Heeft u vragen over dit onderwerp of over een andere arbeidsrechtelijke kwestie? Neemt u dan contact op met Esmée Koster (e.koster@valegis.com) of met een van de andere advocaten uit het arbeidsrechtteam van Valegis Advocaten.