Met de huidige arbeidsmarkt komt het steeds vaker voor dat werknemers tijdens of kort na de onderhandelingen over een beëindigingsovereenkomst een nieuwe baan vinden. Deze werknemers hoeven dan geen aanspraak te maken op een WW-uitkering en hoeven de overeengekomen beëindigingsvergoeding niet aan te wenden om hun WW-uitkering aan te vullen. Deze vergoeding is weliswaar overeengekomen om de gevolgen van het ontslag te verzachten, maar deze wordt in zo’n geval daarvoor niet gebruikt en staat ter vrije besteding van de werknemer. Dat er een nieuwe baan is, maakt nog niet dat de overeengekomen vergoeding, die bedoeld was om de gevolgen van het ontslag te verzachten, niet verschuldigd is.
De beëindigingsovereenkomst kent vaak een bepaling dat de werknemer een meldplicht heeft over een nieuwe baan indien er een concreet vooruitzicht is op deze baan voordat de overeenkomst is ondertekend. Heeft de werknemer een week, een dag of een uur na ondertekening van de beëindigingsovereenkomst duidelijkheid over de nieuwe baan gekregen van zijn nieuwe werkgever, dan bestaat de meldplicht niet, tenzij partijen anders zijn overeengekomen.
Meestal wordt aan de betaling van de overeengekomen beëindigingsvergoeding de voorwaarde verbonden dat de werknemer ten tijde van het ondertekenen van de overeenkomst nog geen nieuwe baan of een concreet vooruitzicht daarop heeft. Van een concreet vooruitzicht is geen sprake als er nog meerdere kandidaten kans maken op deze nieuwe baan en de werknemer nog geen duidelijkheid heeft over de vraag of hij degene is die aangenomen zal worden hiervoor, dan wel als er nog geen duidelijkheid is over de arbeidsvoorwaarden. Er moet sprake zijn van een aanbod door de nieuwe werkgever, dan wel onderhandelingen in een zo vergevorderd stadium dat mag worden aangenomen dat een concreet en op details uitgewerkt aanbod van de nieuwe werkgever door de werknemer zal worden aanvaard. Ook hier geldt dat de werknemer wel recht op de vergoeding heeft indien hij een week, een dag of een uur na ondertekening van de beëindigingsovereenkomst duidelijkheid krijgt.
De specifieke bewoordingen in de te sluiten of gesloten beëindigingsovereenkomst spelen uiteraard ook een belangrijke rol in de vraag of de werknemer recht heeft op de overeengekomen vergoeding.
Indien dergelijke bepalingen niet in de beëindigingsovereenkomst zijn opgenomen, kan er een grond zijn om de overeenkomst te vernietigen als de werknemer al een nieuwe baan had of een concreet vooruitzicht daarop op het moment dat hij de overeenkomst ondertekende. Echter, veel beëindigingsovereenkomsten bepalen dat de overeenkomst niet vernietigd kan worden, naast de wettelijke bedenktermijn die werknemers hebben. Dit kan (maar hoeft niet) voor de werkgever eraan in de weg staan om de overeenkomst te vernietigen.
Voor vragen over de inhoud van de beëindigingsovereenkomst, het recht op de vergoeding als de werknemer een nieuwe baan heeft of andere arbeidsrechtelijke vragen kunt u contact opnemen met Rigje Rosier via r.rosier@valegis.com.