Steeds vaker besluiten bedrijven een deel van de activiteiten zoals de catering, schoonmaak, receptie of postkamer uit te besteden aan gespecialiseerde bedrijven (outsourcing). De omgekeerde variant, waarbij een bepaalde activiteit juist wordt binnengehaald (insourcing), komt ook voor.
In- en outsourcingstrajecten
Bij in- en outsourcingstrajecten komen verschillende arbeidsrechtelijke vraagstukken aan de orde. Een van de vragen waarnaar gekeken moet worden is of er sprake is van overgang van onderneming. Als hiervan sprake is dan heeft dit namelijk vergaande consequenties, zowel voor de betrokken werkgevers als voor de werknemers.
Overgang van onderneming
In de regel gaan bij een overgang van onderneming alle werknemers met behoud van hun arbeidsvoorwaarden van rechtswege over op de overnemende partij (artikel 7:663 BW). Werknemers behouden dus al hun rechten. Als een werknemer niet meer behoort tot de onderneming die overgaat, blijft hij achter bij zijn werkgever, bijvoorbeeld bij een zieke werknemer die niet zal terugkeren. Bij een overgang van onderneming is de transitievergoeding niet verschuldigd. Er zijn CAO’s (bijvoorbeeld in de schoonmaaksector) die bijzondere regels geven. Vaak doet zich de vraag voor of de overnemer de arbeidsvoorwaarden van de overgenomen werknemers kan harmoniseren met de voorwaarden van zijn eigen personeel. Ook kan het zijn dat de overnemende partij te maken krijgt met botsende CAO’s en/of verschillende pensioenregelingen. Overleg met de ondernemingsraden en/of vakbonden zal in de regel ook plaats moeten vinden bij een voornemen tot overname/verkoop van een (deel van de) onderneming.