Afgelopen vrijdag (23 juni 2023) deed de Hoge Raad uitspraak over het verjaren van niet opgenomen vakantiedagen. De Hoge Raad oordeelt dat als er niet voldaan is aan de zorg- en informatieplicht van de werkgever dat de vakantiedagen dan niet verjaren.
Op grond van artikel 7:642 BW verjaren vakantiedagen vijf jaar na het jaar waarin ze zijn verworven. De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht geoordeeld had dat een beroep op het verjaren van de vakantiedagen ex. Artikel 7:642 BW wegens strijd met artikel 7 Richtlijn 2003/88/EG (arbeidstijdenrichtlijn) en artikel 31 lid 2 Handvest buiten toepassing gelasten moest worden. Deze uitspraak van het hof is dan ook volledig in lijn met de eerder gedane Max-Planck uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
De werkgever had in dit arrest niet voldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit het hof kon volgen dat de werkgever jegens de werknemer aan zijn zorg- en informatieplicht had voldaan. Immers moet de werkgever de werknemer in staat stellen en informeren dat de werknemer recht heeft op vakantie. Zo moest het Hof artikel 7:642 BW buiten toepassing laten en kon de werknemer aanspraak maken op de uitbetaling van de opgebouwde maar niet-genoten vakantiedagen.
Zie HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:955.
Heeft u vragen hierover of wilt u vrijblijvend van gedachten wisselen dan kunt u contact met Rigje Rosier opnemen via 020-7233633 / 070-3196040 of info@valegis.com.