Inleiding:
Steeds meer moderne ondernemingen maken gebruik van AI-systemen, of het nu gaat om de productie van teksten, afbeeldingen of hele muzikale producties. Onze AI-systemen staan klaar om onze artikelen te verbeteren, ideeën zeggingskracht te geven en uitvindingen productiever en efficiënter te maken. En anders dan onze warmbloedige collega’s, raakt een AI-systeem nooit moe, chagrijnig of inspiratieloos. Fantastisch, zou je zeggen.
Kern:
En in veel opzichten is dat ook zo. Maar op de langere termijn staan we voor een aantal uitdagingen. Een daarvan is de bescherming van onze eigen creativiteit. Ik zal dit uitleggen.
Wanneer een mens iets creatiefs ontwerpt, zoals een tekst, een stoel of een nieuwe klapschaatstechniek, biedt onze wet- en regelgeving verschillende beschermingsregimes (intellectuele-eigendomsrechten) waarmee hij in feite een soort minimonopolie op zijn vinding kan uitoefenen. Met dat minimonopolie in de hand kan de bedenker bepalen of hij de reproductie van zijn creatie voor zichzelf wil houden of dat hij anderen toestaat dat ook te doen, bijvoorbeeld in ruil voor een interessante vergoeding.
Doel van Intellectuele-Eigendomsrechten:
Voorbeelden van intellectuele-eigendomsrechten zijn het auteursrecht, het octrooirecht, het tekeningen- en modellenrecht en het databankenrecht.
De bedoeling van deze intellectuele-eigendomsrechten is tweeledig. Aan de ene kant vinden we dat iemand passend voor zijn creatieve bijdrage moet worden beloond en geroemd. Aan de andere kant zijn deze rechten bedoeld als prikkel: meer mensen zullen bereid zijn om tijd en middelen te investeren in creativiteit als ze een veilige omgeving hebben waarbinnen ze hun investering kunnen terugverdienen. Intellectuele-eigendomsrechten rusten de bedenker onder meer uit met een verbodsrecht waarmee sluwe copycats van de markt kunnen worden gehouden.
Uitdaging met AI-Creaties:
Maar hoe weerbaar is de mens die met behulp van een AI-systeem iets creatiefs heeft bedacht? Zoals ik eerder heb behandeld, is de heersende opvatting in Nederland, maar ook in andere delen van de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika, dat werken en technieken die met behulp van AI-systemen tot stand zijn gekomen niet voor bescherming binnen het auteursrecht en het octrooirecht in aanmerking komen.
Reden voor Beperkte Bescherming:
De gedachte hierachter is dat de oorspronkelijke en innovatieve trekken die in de output van het AI-systeem zijn aan te wijzen niet direct te verbinden zijn aan de mens die verantwoordelijk is voor de input. Dat zou alleen het geval zijn als de output dusdanig door de bedenker van de input zou kunnen worden gestuurd dat deze als het ware door hem wordt gedicteerd. De magie en aantrekkelijkheid van de meeste AI-systemen (en naar mijn oordeel ook een voorwaarde voor de definitie van ‘kunstmatige intelligentie’) is evenwel nu juist dat de output grotendeels onvoorstelbaar is.
Omdat de regelgeving rondom AI nog volop in beweging is (lees mijn artikel over de AI Act) en de rechtspraak hierover beperkt en erg casuïstisch, zullen we moeten afwachten hoe deze lijn verder ontwikkelt.
Conclusie en Vervolg:
Dit laat ons met de vraag: brengt de beperkte bescherming van co-creaties van mens en AI-bot het risico met zich mee dat er minder wordt geïnvesteerd in creativiteit en innovatie?
In mijn volgende artikel ga ik in op nuttige tips en tricks die artiesten, wetenschappers en juristen hebben bedacht om investeringen in co-creaties van mens en AI-bot toch zo goed mogelijk te beschermen en exploiteren. Houd hem in de gaten!