Met ingang van 27 september 2020 geldt de nieuwe wetgeving op grond waarvan de UBO’s (Ultimate Beneficial Owners) van ondernemingen geregistreerd moeten worden in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Deze wetgeving komt voort uit de anti-witwasrichtlijnen van de Europese Unie.
De UBO van een onderneming is de natuurlijke persoon (de mens dus) die een eigendomsbelang van meer dan 25% in de onderneming heeft of de uiteindelijke zeggenschap in die onderneming heeft. Het UBO register is ingevoerd om ervoor te zorgen dat mensen zich niet meer (eenvoudig) kunnen verschuilen achter een rechtspersoon. Het is de bedoeling om zo belastingontduiking, witwassen en de financiering van terrorisme te bemoeilijken. Alleen maar goed dus, of toch niet helemaal?
Doordat natuurlijke personen zich verplicht als UBO moeten registreren, worden bepaalde persoonlijke gegevens van die mensen openbaar (naam, geboortedatum, nationaliteit, woonstaat en aard en omvang van het economische belang in de onderneming). Iedereen kan die gegevens in het handelsregister van de Kamer van Koophandel opzoeken. Dat is dus een inbreuk op de privacy van die mensen en die inbreuk kan onwenselijke gevolgen hebben (bijvoorbeeld stalking, identiteitsfraude, afpersing of erger).
De Stichting Privacy First is van mening dat deze inbreuk op de privacy van de UBO’s niet geoorloofd is. Het aanpakken van witwassen en terrorisme is natuurlijk goed, maar volgens Privacy First kan dat ook gedaan worden zonder dat de persoonsgegevens van mensen op straat komen te liggen. Privacy First heeft om deze reden een kort-gedingprocedure gestart tegen de Staat der Nederlanden en daarin gevorderd dat het UBO-register onmiddellijk door de Staat (deels) buiten werking wordt gesteld.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Privacy First afgewezen. De rechter vindt dat toewijzing van de vordering ertoe zou leiden dat Nederland niet meer aan de door de EU voorgeschreven witwasrichtlijnen voldoet, en dat kan niet. De rechter vindt bovendien dat het aan het Hof van Justitie van de EU (HvJEU, de hoogste Europese rechter) is om te oordelen over de rechtmatigheid van de in de richtlijnen voorgeschreven regels omtrent het UBO-register.
Voorlopig blijft het UBO-register dus van kracht. We zullen moeten afwachten of het HvJEU daar in de toekomst verandering in brengt.
Wilt u meer weten over het UBO-register en wat dit voor uw onderneming betekent? Dat kan, want daar geeft Valegis binnenkort weer een webinar over. Houd onze website en LinkedIn pagina in de gaten voor de datum, of neem contact op met Daphne Jerphanion: d.jerphanion@valegis.com.