Skip to main content

Een bespreking van het arrest van 28 februari 2023 gewezen door het Hof ‘s-Hertogenbosch ( ECLI:NL:GHSHE:2023:661).

Na jarenlang te hebben gewerkt met een mix van eigen filialen en franchisenemers, besluit een franchisegever de franchiseactiviteiten te staken.

In de franchiseovereenkomsten staat dat de franchisegever de overeenkomsten mag opzeggen, met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden:

“indien van hem in redelijkheid niet kan worden gevergd de onderhavige overeenkomst te laten voortduren.”

De franchisegever gaat de franchiselocaties na beëindiging voorzetten als eigen filialen. Er wordt door de franchisegever een aanbod gedaan tot overname van de ondernemingen van franchisenemers, maar dit leidt niet tot een overnames.

Staan de franchisenemers nu met lege handen? Het Hof ’s-Hertogenbosch overweegt dat dit niet het geval is. Hoewel de franchiseovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd, overweegt het Hof dat het opzeggingsbericht gepaard had moeten gaan met een aanbod de schade van de franchisenemers te vergoeden. Het doen van een aanbod tot overname en het hanteren van een lange opzegtermijn (van maar liefst 29 maanden (!)) kwalificeert niet als een vorm van schadevergoeding zoals bedoeld door het Hof.

Het is niet vanzelfsprekend dat een aanbod tot schadevergoeding gedaan moet worden als er gebruik wordt gemaakt van een contractuele opzeggingsgrond. Dat is alleen nodig als het beroep op de contractuele opzeggingsgrond onder de omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (HR 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141, r.o. 3.6.3 en 3.6.4). Een van de franchisenemers had het bedrijf recentelijk tegen een hoge koopsom overgenomen van zijn vader. De franchisegever had tijdens het overnametraject de verwachting gewekt dat de franchiseovereenkomst lange tijd zou voortduren. De franchisenemer had zijn gedrag hierop afgestemd. Bovendien kon de franchisenemer geen verwijt worden gemaakt van de opzegging: het was een zelfstandige keuze van de franchisegever. Rekening houdend met het feit dat de franchisenemer voor zijn inkomen geheel afhankelijk was van de franchiserelatie, is het onaanvaardbaar om na het voltooien van de transactie gebruik te maken van de contractuele opzeggingsbevoegdheid zonder schadevergoeding aan te bieden.

Dit arrest leert dat de ene opzegging de andere niet is. Zelfs als het contract een heldere bepaling bevat, is het belangrijk oog te hebben voor alle omstandigheden voordat een beroep op dat beding wordt gedaan. Voor advies over de opzegging van duurovereenkomsten (waaronder franchise-, agentuur- en distributieovereenkomsten) kunt u vrijblijvend contact opnemen met Angela Schwegler (a.schwegler@valegis.com).

Angela Schwegler-Veldstra

Angela studeerde cum laude af aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en is sinds 2016 advocaat. Zij heeft zich bij een middelgroot advocatenkantoor in Amsterdam gespecialiseerd binnen het ondernemingsrecht in brede zin.

× Hoe kan ik u helpen?