Ook artikel 21 Rv is dan van belang!
Het is meer regel dan uitzondering dat een beslag met enige spoed gelegd moet worden. Het is dan verleidelijk kort en bondig de feiten en omstandigheden toe te lichten. Immers kort daarna zal een eis in de hoofdzaak worden uitgebracht waarin in de dagvaarding het volledige verhaal zal worden toegelicht.
Echter de rechtspraak laat zien (bijvoorbeeld ECLI:NL:RBAMS:2021:3096) dat een dergelijke afweging duur kan komen te staan.
De wederpartij kan immers een opheffingskortgeding starten en puur op de merites van het verzoekschrift opheffing van het beslag vorderen.
Opheffing wordt onder meer uitgesproken bij:
- verzuim van de op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen;
- indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht,of
- van het onnodige van het beslag blijkt, of, zo het beslag is gelegd voor een geldvordering:
- voor deze vordering voldoende zekerheid wordt gesteld.
In de betreffende uitspraak was bij de toelichting op de vordering achterwege gelaten dat verzoekster wel degelijk een aantal betalingen had ontvangen. Ook was bij het verweer niet het gehele feitenrelaas toegelicht. De rechtbank oordeelde derhalve dat verzoekster enkele essentiële feiten en verweren niet had vermeld en aldus de Voorzieningenrechter onjuist en onvolledig heeft voorgelicht ex artikel 21 Rv. Met als gevolg dat het beslag moest worden opgeheven.
Wilt u meer weten over dit onderwerp of eens vrijblijvend van gedachten wisselen? Ons team van procesrecht en vastgoedrecht advocaten is daartoe graag bereid. U kunt contact opnemen via E: d.vanzanten@valegis.com of nummer: 0658987775.