Deze vraag heeft een rechtbank voorgelegd aan de Hoge Raad. Achtergrond van deze vraag is dat in een consumentenverhouding een koopovereenkomst voor een woning (op grond van artikel 7:2 lid 1 BW) alleen schriftelijk tot stand kan komen. Ook heeft een consument een bedenktermijn van drie dagen als hij een woning aankoopt.
De AG concludeert (ECLI:NL:PHR:2023:982) dat bij het aankopen van een bouwkavel – dat bedoeld is voor het bouwen van een woning – géén schriftelijkheidvereiste geldt. De reden daarvan is dat volgens de AG moet worden gekeken naar de verplichtingen die over en weer zijn aangegaan. Bij het leveren van een bouwkavel heeft de verkoper zich verplicht tot het geven van “een onbebouwde onroerende zaak” en niet tot het geven van een bebouwde onroerende zaak. In dat geval mist art. 7:2 BW steeds toepassing, aldus de AG.