Uit de uitspraak van 20 april 2022 van de rechtbank Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2022:3429) blijkt dat een partij die start met het verlenen van diensten, niet altijd recht heeft op betaling van de daarvoor gestuurde factuur.
U weet ongetwijfeld uit ervaring dat via algemene voorwaarden invulling kan worden gegeven aan een overeenkomst die u heeft gesloten, zonder dat u daar erg in heeft. De hierna te bespreken uitspraak van de rechtbank Noord-Holland brengt in herinnering dat wezenlijke aspecten van een overeenkomst, zoals de beloning, niet via een verwijzing naar algemene voorwaarden in een onopvallende en slecht leesbare tekst aan de andere partij kunnen worden opgelegd.
Een ondernemer die zich bezighoudt met het werven en selecteren van werknemers, stuurt ongevraagd een geanonimiseerd profiel van een kandidaat aan een potentiële opdrachtgever. Het recruitmentbureau gebruikt dit als kapstok om kennis te maken met opdrachtnemers. Een toelichting op de diensten die worden verricht ontbreekt. De begeleidende e-mail bevat slechts in kleinere, lichtgrijze letters de volgende disclaimer:
““(…) Op alle aanbiedingen van en opdrachten en overeenkomsten met Eminent zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Als u een gesprek aangaat met een door Eminent aangedragen kandidaat erkent u uitdrukkelijk een zoekopdracht aan Eminent te hebben verstrekt en accepteert u tevens de algemene voorwaarden van Eminent. Waarin onder meer een verplichting is opgenomen tot betaling van een vergoeding indien de door ons aangedragen kandidaat (direct, indirect of als zzp-er) werkzaamheden bij/voor u gaat verrichten. (…)”
Uit de disclaimer blijkt niet hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald. Er vindt vervolgens een succesvol gesprek plaats met een potentiële kandidaat. Er wordt een factuur gestuurd van EUR 30.237,90.
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. De rechtbank oordeelt dat het recruitmentbureau er niet zonder nadere verificatie vanuit had mogen gaan dat de potentiële opdrachtnemer zich ervan bewust was dat het ontvangen van een c.v. en het accepteren van de afspraak in zijn digitale agenda, ook betekende dat hij de verplichting tot het betalen van een aanzienlijke vergoeding op zich nam. Het aanbod tot het sluiten van een overeenkomst was niet aanvaard nu overeenstemming over een wezenlijk aspect, de vergoeding, ontbrak. Er is geen overeenkomst tot stand gekomen, met als gevolg dat er ook geen algemene voorwaarden van toepassing zijn. De vordering tot betaling van de factuur werd afgewezen.
Er is geen overeenkomst tot stand gekomen, als gevolg waarvan het recruitmentbureau geen nakoming (lees: betaling) kon vorderen. Het Nederlands recht kent, naast nakoming van een overeenkomst, echter meerdere grondslagen die recht kunnen geven op een vergoeding. Wellicht had een andere grondslag tot een voor het recruitmentbureau gunstiger resultaat geleid. Bent u hiernaar benieuwd? Neem dan gerust contact op met Angela Schwegler (a.schwegler@valegis.com).