Sinds 4 maart is het Wetsvoorstel modernisering concurrentiebeding in internetconsultatie gegaan. Het wetsvoorstel beoogt de voorwaarden voor het concurrentiebeding (flink) te wijzigen. Internetconsultatie houdt in dat iedereen mag reageren op het wetsvoorstel, en wel tot 15 april. Na afloop van de consultatietermijn worden de ingekomen reacties bekeken en wordt eventueel het wetsvoorstel aangepast. Of het wetsvoorstel in de huidige vorm blijft, is dus nog even afwachten.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
- Een concurrentiebeding met een duur van langer dan 12 maanden zal nietig zijn. De maximale duur van een concurrentiebeding wordt daarmee dus 12 maanden.
- De geografische reikwijdte moet expliciet in het concurrentiebeding worden opgenomen. In het beding moet dus worden opgenomen voor welk gebied of welke straal het beding geldt.
- Een concurrentiebeding moet schriftelijk worden gemotiveerd. Dit geldt nu al voor concurrentiebedingen in arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, maar zal straks ook moeten voor concurrentiebedingen in arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Uit de schriftelijke motivering moet blijken dat het concurrentiebeding noodzakelijk is voor de werkgever wegens zwaarwichtige bedrijfs- of dienstbelangen.
- Bij het inroepen van het beding zal een werkgever een vergoeding van 50% van het laatste maandsalaris moeten betalen aan de ex-werknemer voor elke maand dat de werkgever zich op het beding beroept. Wordt het beding bijvoorbeeld voor 12 maanden ingeroepen, dan heeft de werknemer recht op een vergoeding van 6 maandsalarissen. Deze vergoeding moet overigens volledig vooruit betaald worden. Als de werkgever dat niet doet, geldt het beding ook niet (de betalingsverplichting blijft wel bestaan). De vergoeding is niet verschuldigd bij ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer.
- De werkgever zal uiterlijk één maand voor het einde van het contract moeten laten weten of hij de werknemer aan het beding houdt en hoe lang. Voor die duur moet de werkgever dan een vergoeding betalen.
De bovenstaande wijzigingen gelden niet alleen voor het concurrentiebeding, maar ook voor het relatiebeding.
Bij het sluiten van een beëindigingsovereenkomst kan overigens wel worden afgeweken van een aantal van de hierboven genoemde voorwaarden, zoals van de verplichting om een vergoeding te betalen. Er kan echter niet worden afgeweken van de maximale duur van 12 maanden en de motiveringsplicht.
Het wetsvoorstel voorziet in overgangsrecht. Concurrentiebedingen die zijn overeengekomen voor de inwerkingtreding van deze wet zullen rechtsgeldig blijven, dus ook indien deze niet voldoen aan de geografische reikwijdte of de motivering. Wel zal vanaf de inwerkingtreding voor bestaande bedingen gaan gelden dat voor maximaal 12 maanden een beroep mag worden gedaan op het concurrentiebeding én dat een vergoeding moet worden betaald zoals hierboven bij punt 4 beschreven.
Tot slot, de motie waar ik in mijn vorige artikel over schreef, is in het huidige wetsvoorstel niet meegenomen. Later zal duidelijk worden of concurrentiebedingen verboden zullen worden bij een jaarsalaris van minder dan 1,5 keer het modaal inkomen. Mogelijk wordt het wetsvoorstel dus nog uitgebreider, maar dat is afwachten.
Wij zullen u op de hoogte houden van de ontwikkelingen omtrent dit wetsvoorstel.
Heeft u vragen over dit onderwerp of over een andere arbeidsrechtelijke kwestie? Neemt u dan contact op met Esmée Koster (e.koster@valegis.com) of met een van de advocaten uit het arbeidsrechtteam van Valegis Advocaten.